Deze voorlichtingspagina (geplaatst op 2-2-2022) bevat informatie over het empty nose syndrome. De tekst vervangt het bezoek aan uw arts niet, maar is bedoeld als ondersteuning van het bezoek aan een KNO-arts of huisarts.
Inleiding
Het empty nose syndrome (ENS) is een zeldzame aandoening. Deze pagina geeft uitleg over de aandoening en een mogelijke aanpak van behandeling.
Wat is ENS?
Er is geen eenduidige definitie van empty nose syndrome (ENS). Wat patiënten, artsen en wetenschappers onder ENS verstaan, loopt sterk uiteen. Op deze voorlichtingspagina is de definitie van ENS: een specifiek klachtenpatroon dat optreedt na het ondergaan van chirurgie aan de neus, in het bijzonder aan de neusschelpen.
Hoe wordt de diagnose gesteld?
De diagnose ENS is lastig te stellen. Er is geen pasklaar antwoord. Een KNO-arts zal kijken naar het volgende:
- de klachten die de patiënt heeft;
- de tijdsduur tussen de ingreep aan de neus en het ontstaan van klachten;
- de bevindingen bij het onderzoek van de neus met neusendoscopie;
- eventuele andere oorzaken voor de klachten.
Klachten bij ENS
Patiënten met ENS kunnen last hebben van:
- gebrek aan lucht via de neus,
- een brandende sensatie in de neus,
- een leeg of open gevoel in de neus,
- korstvorming en droogte in de neus en/of
- het gevoel van een verstoorde luchtstroom in de neusholte.
De combinatie van deze klachten en de ernst ervan kunnen wisselen. Een groot deel van de klachten betreft een verstoord gevoel van de ademhaling: het gevoel dat er geen lucht door de neus komt, maar toch wel door de neus kunnen ademen.
Afwijkingen bij lichamelijk onderzoek
Lichamelijk onderzoek bij patiënten met ENS kan veranderingen in de neus aan het licht brengen, in het bijzonder van de neusschelpen. Ook kan er korstvorming in de neus zichtbaar zijn. Vaak kan de KNO-arts geen duidelijke afwijkingen vinden en constateert dat er voldoende ademruimte is. De patiënt ervaart echter dat de neus dichtzit en dat de ademhaling anders is dan voor de ingreep. Dit is voor beide partijen frustrerend: de patiënt voelt zich niet gehoord of begrepen, terwijl de arts geen aanknopingspunten heeft om een behandeling op te starten.
Uitsluiten van andere oorzaken
De KNO-arts kijkt ook altijd naar mogelijke andere oorzaken van de klachten. Deze kunnen met nader onderzoek aangetoond of uitgesloten worden. Voorbeelden zijn:
- allergische rhinitis(allergische neusklachten),
- niet-allergische rhinitis (niet-allergische neusklachten) en
- neusklachten door roken (smokers’ rhinitis).
Waarom ontwikkelt iemand ENS?
Het is niet bekend waarom sommige patiënten na een ingreep aan de neus(schelpen) klachten krijgen zoals een gevoel van een verstopte neus. De belangrijkste theorieën hieromtrent gaan uit van:
- een veranderde luchtstroom in de neus,
- een verstoorde mogelijkheid om temperatuurswisselingen in de neus waar te nemen (zenuwfunctiestoornis),
- een combinatie van beide.
Psychologische last
Uit onderzoek blijkt dat ongeveer tweederde van de ENS-patiënten last heeft van angst en/of depressie. Of deze klachten oorzaak of gevolg zijn van de ENS-klachten is nog niet voldoende onderzocht.
Behandeling
Medicijnen
Een voorzichtige aanpak van ENS is het bevochtigen van de neus. Daarnaast kan men proberen de verstoorde zenuwfunctie (temperatuurzin) te ondersteunen door het gebruik van een menthol-verstuiver of het spoelen met xylitol waaraan vaak mint is toegevoegd. Ook zijn er verstuivers op de markt met bepaalde oliën (zogenaamde neusoliespray).
Psychologisch
Voor de behandeling van eventuele angst- en depressieklachten zijn er aanwijzingen dat cognitieve gedragstherapie de last van ENS duidelijk kan doen verminderen. Het neemt de klachten niet weg, maar helpt wel om er beter mee om te gaan.
Operatie
Het is niet verstandig om bij ENS opnieuw te opereren. Er zijn operaties beschreven waarbij een implantaat wordt gebruikt om de neus wat meer op te vullen. Een implantaat kan bestaan uit kunstmatig materiaal, oplosbare materiaal of lichaamseigen materiaal (kraakbeen).
Er is nog maar weinig onderzoek gedaan naar het effect van dergelijke implantaten; daarom zijn KNO-artsen terughoudend over het gebruik ervan.
Slotwoord
Het is niet mogelijk om op deze voorlichtingspagina alle details van het empty nose syndrome te beschrijven (zie ook de tekst op de introductiepagina).
Het kan zijn dat u na de uitleg van uw KNO-arts en na het lezen van de informatie op deze pagina nog vragen heeft. Neem dan contact op met uw KNO-arts. Het kan zijn dat uw KNO-arts niet veel ervaring heeft met ENS. KNO-artsen in het “ENS-register” hebben wel specifieke aandacht voor deze aandoening.