Presbyfagie

Als u recent voor presbyfagie bij een keel-neus-oorarts (KNO-arts) bent geweest, dan kunt u op deze plaats daarover meer gegevens lezen. Hebt u er nog nooit mee te maken gehad, maar wilt u er wat meer over weten, dan geldt hetzelfde.

Inleiding

Op deze pagina vindt u algemene informatie over slikklachten door het ouder worden (presbyfagie) en de daarbij behorende klachten.

Wat is presbyfagie?

Met presbyfagie (afkomstig van het Grieks: πρεσβύτερος, presbyteros: ‘ouderling’; φαγεĩν, phagein: ‘eten’) wordt de veranderende slikfunctie ten gevolge van het verouderingsproces bedoeld.

De mate van de verminderde slikfunctie door het verouderingsproces verschilt en leidt niet bij iedereen tot klachten. Als de slikfunctie zodanig is veranderd dat het veilig en/of efficiënt doorslikken van voedsel verhinderd wordt, spreekt men van dysfagie.

Vaak ontstaat dysfagie als gevolg van ouderdomsgerelateerde ziekteprocessen (zoals bijvoorbeeld dementie) bovenop al aanwezige presbyfagie. Denk bijvoorbeeld aan de dementerende oudere die problemen heeft met de herkenning van zijn voedsel. Of de oudere met Parkinson die zich verslikt, omdat hij zijn slikspieren niet meer goed aan kan sturen. De slikfunctie van deze ouderen is kwetsbaarder doordat zij een verminderde ‘functionele reserve’ hebben. Met dit laatste bedoelt men dat een er nog wel een werkende slikfunctie is, maar dat deze gemakkelijker ontregeld raakt door ziektes, zoals dementie of Parkinson.

De begrippen presbyfagie en dysfagie hangen dus met elkaar samen, maar op deze pagina wordt dieper ingegaan op presbyfagie: wat het ouder worden voor effecten heeft op de slikfunctie.

Klachten bij Presbyfagie

Er is een belangrijke relatie tussen hoge leeftijd en slikproblemen. De klachten kunnen erg verschillen per persoon.

Oorzaken van Presbyfagie

Verminderde keelspierkracht en sensibiliteit

Voedsel wordt in de mond voorbereid om doorgeslikt te worden. Daarvoor is spierkracht van de tong en kauwspieren nodig. Afgenomen spierkracht (en eventueel verlies van tanden) zorgt dat voedsel minder makkelijk doorgeslikt kan worden. Zo zijn er bijvoorbeeld veel bejaarden die harde voeding vermijden vanwege een slecht passende gebitsprothese.

Als er voedsel in de keel komt, wordt het verder getransporteerd naar de slokdarm door o.a. de beweging van de keelspieren en het heffen van het strottenhoofd. Dat gebeurt door een complexe coördinatie van de verschillende kraakbenige structuren, spieren en de bijhorende zenuwen. Ook de keelspieren worden bij ouderen minder krachtig, waardoor voedsel minder goed naar de slokdarm getransporteerd kan worden.

Ouderen hebben daarnaast anatomisch gezien een grote afstand tussen hun tong en hun strottenhoofd. Daar kan voedsel dus makkelijker blijven hangen. De beweging van het tongbeen tijdens het slikken beschermt de luchtpijp tegen voedsel. Ook de bewegingsmogelijkheid van het tongbeen wordt bij ouderen minder.

Naast de verminderde mechanische beweging, is het gevoel in de keel ook verminderd bij ouderen. Het gevoel van de keel (sensibiliteit genoemd) is belangrijk om te voorkomen dat er ongemerkt voedsel in de luchtpijp komt. Als dat gebeurt, is er kans op het krijgen van een longontsteking. Als er voedsel in de buurt van de luchtpijp dreigt te komen, gaat men al hoesten om het daar weg te krijgen.

De stembanden zijn de laatste beschermingspoort van de luchtpijp. Als die sluiten, kan er geen voedsel de luchtpijp inkomen. Bij jongeren komt voedsel niet eens in de buurt van de stembanden. Op hogere leeftijd, kan bij 20% van de slikbewegingen, voedsel echter wel tot op de stembanden komen.

Gelukkig blijft er ook een deel van de slikfunctie bij ouderen intact. Waaronder de stembanden zelf, die blijven ook op hogere leeftijd de luchtpijp beschermen tegen voedsel. Het voedsel komt wel op de stembanden, maar gaat er vaak niet doorheen. Daarom is slikken vaak wel gewoon veilig bij ouderen.

Verminderde reuk en smaak

Een relevante verandering die optreedt met het ouder worden is een verminderde smaak– en reukzin. Dat zorgt ervoor dat veel ouderen minder gaan eten en drinken, omdat ze daar geen plezier meer aan beleven. Een voldoende opname van voeding en vocht via de mond, is echter van belang voor het behoud van de slikfunctie. Op deze manier worden de slijmvliezen voldoende gehydrateerd en de slikspieren gevoed.

Verminderde hoestkracht

Een goed functionerend ademhalingsstelsel is van belang om adequaat te kunnen reageren op eventueel verslikken. Het verzwakken van de ademhalingsspieren is daarom ook van invloed op de slikveiligheid.

Achteruitgaan spijsverteringsstelsel

Ook het spijsverteringsstelsel ondergaat veranderingen. Met het ouder worden ontstaat er een verminderd gevoel (sensibiliteit) en een toegenomen stijfheid van de slokdarmwand. Een vertraagde maaglediging kan verder zorgen voor een sneller gevoel van verzadiging bij de maaltijd.

Vermoeidheid

Algemene vermoeidheid en slapeloosheid zijn veelvoorkomende klachten bij ouderen. Vermoeidheid kan invloed hebben op de eetlust. Ook depressie, een probleem waarmee een belangrijk deel van de ouderen kampt, kan een verminderde eetlust met zich meebrengen. Daarnaast kunnen ouderen last hebben van spiervermoeidheid. Na het eten van een maaltijd blijken tongkracht en uithouding af te nemen bij zowel jonge als oudere personen. Dat zorgt ook voor een slechtere slikfunctie.

Cognitieve functie

Processen als aandacht, concentratie en het gelijktijdig uitvoeren van verschillende taken, gaan achteruit met het toenemen van de leeftijd. In combinatie met de verminderde reserve van de slikfunctie kunnen verminderde aandacht en concentratie wel eens tot verslikken leiden. Ook wanneer men praat tijdens de maaltijd en de luchtweg dus open is, kan dit gebeuren. Daarnaast kunnen ziektes als dementie grote invloed hebben op de motivatie om te eten of drinken.

Medicatie

Ten slotte kan ook medicatie de slikfunctie direct of indirect beïnvloeden. Klachten als een droge mond (xerostomie) of een verminderde smaak zijn bekende bijwerkingen van diverse medicijnen. Dit kunt u navragen bij uw huisarts. Het is helaas niet altijd mogelijk om met deze medicijnen te stoppen.

Diagnose bij presbyfagie

Niet alle oorzaken kunnen gemeten worden. Met behulp van een slikfoto of slikvideo kan de passage van voeding bekeken worden. Daarnaast kan de efficiëntie van het samentrekken en relaxeren van de slokdarm objectief gemeten worden met behulp van manometrie.

Kijk voor meer informatie daarover onder het kopje slikfoto/video.

Mogelijke behandeling van presbyfagie

De behandeling hangt af van de oorzaak die gevonden wordt bij het onderzoek.

Wanneer een arts raadplegen voor slikmoeilijkheden?

  • Indien u zich om welke reden dan ook zorgen maakt over het slikken.
  • Indien u zich regelmatig verslikt.
  • Indien u regelmatig moet hoesten tijdens en tussen de maaltijden door.
  • Indien uw maaltijdmomenten erg lang lijken te duren.
  • Indien eten en drinken voor u een opgave zijn geworden.
  • Indien u onbedoeld gewicht verliest.

Verantwoording

Deze patiëntinformatie betreft een aangepaste versie van een artikel in het Tijdschrift voor Gerontologie en Geriatrie (Uitgave 5/2014) van C. Liesenborghs et al: Presbyfagie: de invloed van het primair verouderingsproces op de slikfunctie.

Slotwoord

Het is niet mogelijk om op deze voorlichtingspagina alle details van presbyfagie te beschrijven. U kunt verdere informatie lezen bij de kopjes van de verschillende aandoeningen en behandelingen.
Het kan zijn, dat u ondanks de uitleg van uw KNO-arts nog vragen heeft of dat u meer informatie wilt. Aarzel dan niet contact op te nemen met uw KNO-arts en om nadere uitleg te vragen. Aan dat verzoek zal graag worden voldaan.